De Zuidafrikaanse Betuwe

Maandag 1 november 2010

We rijden vandaag Route 62, de Garden Route, Zuidafrikaanse variant van de Route 66. Dit keer stralend weer op de Outeniqua pas, waar een bobbejaan (= babboon = baviaan) de snelweg oversteekt. Achter het ruige Jonkersgebergte begint de Karoo, de prairie met rode aarde in de omgeving van Oudtshoorn. We rijden door de volstruisvelden en slingeren langs steile bergkloven. Bij een benzinestop in Ladismith, een klein wild-west dorpje, koopt Roger eindelijk biltong. Dit gedroogd vlees (van bees (=koe) of volstruis) stamt nog uit de harde tijd van de blanke ‘voortrekkers’, die hun voedsel lang houdbaar moesten houden. Het is overal langs de weg te koop en ook de kindjes vinden het lekker.

Van een ‘tuinroute’ is trouwens niet echt sprake. Het landschap is mooi en groen, maar uitgestrekt, bergachtig en dor. Pas als we onze bestemming Montagu bereiken, rijden we tussen fruitboomvelden. De Zuidafrikaanse Betuwe. Het bloementekort wordt echter ruimschoots gecompenseerd door onze B&B, de Aasvoëlkrans. Wat betreft luxe hebben we in Zuid-Afrika al niets te klagen gehad, maar deze locatie is er toch een van buitencategorie! De tuin is een soort kleine Keukenhof, inclusief zwembad, heerlijke hangstoelen en –mat, een weiland met paarden en uitzicht op de bergen. De rest van de middag genieten we aan het zwembad van zoveel comfort.

Als het avond wordt gaan we toch nog even Montagu in. In de hoofdstraat van het stadje zien we hoe honderden Ibis vogels zich hebben genesteld in één boom. Op een paar witte huizen uit de tijd van de voortrekkers na, is er in Montagu verder weinig te beleven. We eten in het chique Jessica’s restaurant waar rond 19 uur de wind opsteekt die zich hier iedere avond vanuit de bergen meldt.

Dinsdag 2 november 2010

‘Why are you so worried about the weather?’, vraagt de eigenaresse van Aasvoëlkrans als we ons al zorgen maken over de bewolkte lucht. Vandaag willen we namelijk de hotsprings van Montagu bezoeken, de belangrijkste aanleiding van ons bezoek. De ‘Lover’s Walk’ naar het zwemparadijs, een wandeltocht door een rotsige vallei is even later gelukkig alweer zonovergoten. Roger zet Ivich met de de kindjes af en loopt de tocht in zijn eentje weer terug naar de auto (ter compensatie van het gebrek aan sportschool). De rest van de dag is het heerlijk badderen in de zwembaden met bronwater van 34 tot 43 graden. ’s Avonds kopen we een grote rumpsteak die we bij de Aasvoëlkrans op de braai der braaien leggen. Heerlijk ontspannen avond in ons eigen bloemrijke paradijsje.

Woensdag 3 november 2010

Dat je in Zuid-Afrika eigenlijk niets hoeft te plannen zal vandaag blijken. Na het zien van het Kaapse weerbericht besluiten we om pas laat naar Kaapstad te vertrekken. Op advies van de Aasvoëlkrans gaan we eerst hiken over de aangrenzende berg. Net als we ons aan het eind afvragen wat de betekenis is van dat waarschuwingsbord langs de weg met een schildpad (een waarschuwing voor zondagrijders?), zien we een schildpad zo groot als een voetbal traag de bosjes in kruipen!

Om vandaag te kunnen blijven genieten van het weer in de Karoo brengen we de middag door bij wijnhuis Viljoensdrift aan de Breede rivier bij Robertson. Na de wijnproeverij zien we een groep Nederlanders opstappen op een boot. Spontaan besluiten we ons hierbij aan te sluiten. Vijf minuten later zitten we met een flesje Chardonnay op het bovendek. Een heerlijk verrassend Zuidafrikaans Moezeltochtje! We blijven daarna nog even bij de speeltuin (waar Roger zijn scheenbeen lelijk stoot en, ten overstaan van het terras, het niet kan uitschreeuwen van de pijn), waarna we onze rit naar Kaapstad hervatten.

Wat zullen we dat uitzicht op die immense bergen gaan missen. Het blijft adembenemend, ook na drie weken! Vlakbij Kaapstad besluiten we unaniem dat de hoofdprijs van Zuidafrikaanse dorpsnamen uitgaat naar… Klapmuts (wie zou er nou geen supporter willen zijn van FC Klapmuts?)! Vroeg in de avond komen we aan bij onze vertrouwde Villa Fig (zie ons eerste verslag) in Kaapstad, waar het de hele verdere avond stormt en regent.