In een koektrommeltje op Gozo
Door: Roger en Ivich
Blijf op de hoogte en volg Roger en Ivich
30 Juli 2024 | Malta, Qala
Dinsdag 23 juli – dinsdag 30 juli 2024
Waar de Maltezer ridders in de 16e eeuw stand hielden tegen het Ottomaanse leger, moest het eilandje Gozo zich in 1551 wél gewonnen geven. Gevolg was dat de totale bevolking van 5.000 zielen in slavernij verbannen werd van het eiland. Aan het einde van de 18e eeuw waren de rollen omgedraaid: daar waar Napoleon het hoofdeiland Malta veroverde hielden de Gozitanen dapper stand in hun citadel. Geen wonder dat Gozo een heel andere eiland was dan Malta. Met de ferry vanuit Valletta waren we binnen drie kwartier aan bij dit kleinere broertje van Malta. Gozo was landelijker met een schattige ‘hoofdstad’ Victoria en dorpjes die over het eiland verspreid lagen. Hier geen aaneenschakeling van woonwijken zoals op Malta. Maar net als in Malta was ook op Gozo de katholieke kerk overal nadrukkelijk aanwezig. Zo torende de Bazilika Tal-Madonna Ta’ Pinu hoog boven het dorpje Gharb uit, onze eerste verblijf op Gozo.
We namen onze intrek in Ogygia Suites, een villa met een mooi zwembad aan de rand van het dorp. Een eerste wandeling in de middaghitte maakte in ieder geval duidelijk dat een auto op dit ‘Texel van Malta’ geen overbodige luxe zou zijn. Daarom huurden we in Victoria een koektrommeltje waar we het eiland mee rond crosten over de hobbelige, slecht onderhouden asfaltwegen en door de nauwe dorpsstraatjes. Net als op Malta stonden we vanwege de hitte vroeg op voor een espressootje en bleven we daarna vooral rond het zwembad hangen. Pas na 16:00 uur durfden we uitstapjes aan. Op Ramla Bay, een van de weinige zandstranden van het eiland, doken we tot zonsondergang de zee in. Aan de andere kant van het eiland, bij Dwejra Bay, kregen we van diezelfde zee een lesje geologie toen we zagen hoe wilde golven de rotsige kliffen in een eeuwig proces langzaam uitsleten. En bij de zoutpannen van Xwejni was de zee vanaf de rotsige kust meteen kilometers diep. Het opgeraapte zeezout strooiden we ’s avonds over onze biefstukken. Iets verderop, bij het stadsstrand van Marsalforn, brachten we twee warme namiddagen door in de heldere zee en aan het kiezelstrand.
Tijdens onze vakantie ging er eigenlijk geen dag voorbij of er bulderden wel ergens kanonnen of er knalde vuurwerk in de lucht. Dat begon vaak al om 9 uur ’s ochtends en duurde tot 12 uur ’s nachts. De Maltezers worden daarom ook wel de Chinezen van Europa genoemd. In het dorpje Sannat konden ze er ook wat van. We bezochten de processie van de heilige Margerita, wiens beeltenis door de feestende jeugd met rood-wit-gele vlaggen en vaandels (Oeteldonk!) het dorpsplein op werd gedragen.
Een van de toeristische must do’s was een bezoek aan de ‘Blue Lagoon’, een azuurblauwe baai bij het natuureilandje Comino. Vanuit het Gozitaanse haventje Mgarr bracht een bootje ons bij dit aardse paradijs. We bleken echter niet de enige te zijn. Een mierennest aan toeristen krioelde aan de rotsige kust van de baai. Het lukte ons nog maar net om een halve vierkante meter op deze zandige aarde te bemachtigen waar we onze spullen konden neerleggen. Maar eenmaal in zee konden we ver genoeg wegzwemmen van de mensenmassa aan de kant. En, het moet gezegd, dat was een prachtige belevenis. We snorkelden tussen tropische vissen boven koraal, uniek voor Europese wateren. Aan het einde van de lagune was een grot die in verbinding stond met de zee aan de andere kant van het eilandje. Ook daar zwommen we doorheen (best eng, want koud en donker) en werden we beloond met een azuurblauw baaitje waar (bijna) geen andere zwemmers waren.
Omdat Gozo ons zo goed beviel besloten we ons verblijf op het eiland te verlengen. We vonden een appartement in Qala, groot genoeg om een heel voetbalteam in onder te brengen. Ook daar belandden we in een naamfeest, dit keer van de Heilige Josef. Bij het nabije dorpje Ggantija wierp de Tempel Xaghra ons duizenden duizelingwekkende jaren terug in de tijd toen we daar de Gozitaanse versie van Stonehenge bezochten. En Roger kon als subsidie adviseur zijn lol op bij de botanische tuinen van Ta’ Kenuna, want die waren zwaar gesubsidieerd door de Europese Unie. Het uitzicht (op de zee, Malta en Comino) was er echter mooier dan de bomen en planten, die wel wat groene vingers konden gebruiken.
-
25 Augustus 2024 - 11:45
Ed Hoffman:
Mooi, maar jammer dat er zoweinigen van de prachtige foto’s kunnen genieten!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley