Met Roman Rossmeisl in Triënt
Door: Roger
Blijf op de hoogte en volg Roger en Ivich
26 Augustus 2016 | Italië, Trente
Terwijl Ivich met de kinderen ging shoppen in de gezellige oude stad van Trento, had Roger zijn eerste wereldoorlog ochtend. Daar was alle reden voor, want het Trento bleek een Mekka is voor WO I-adepten. Van 1915 tot 1918 vond in deze streek de strijd aan het Tiroler Front plaats. De Groote Oorlog was daarom overal zichtbaar in het straatbeeld. Via het geboortehuis van de Italiaanse WO I held Cesare Battisti (waarvan 's ochtens bleek dat we ernaast hadden geslapen, zo was uit een opschrift op het huis op te maken), liep Roger door statige Habsburgse lanen naar de plaatselijke begraafplaats. Daar stond, met prachtig uitzicht op de bergen, het herdenkingsmonument voor de gevallenen van het Oostenrijks-Hongaarse leger. In een marmeren sarcofaag lagen de restanten van 7.424 Oostenrijk-Hongaren, aldus de aanpalende plaquette. Recht tegenover de Oostenrijk-Hongaren lag de tempel voor de Italiaanse slachtoffers. Zoals ze tegenover elkaar hadden gelegen aan het Tiroler Front, zo lagen de strijders van het Tiroler front ook nu nog in de dood tegenover elkaar.
Net voordat Roger wilde oversteken naar de Italiaanse kant, wierp hij een laatste blik op een zerkje naast het Oostenrijks-Hongaarse monument. Dat bevatte een ijzeren deurtje, dat met een beetje trekken open ging. In het kluisje lag een papieren lijst met de namen van de soldaten die voor eeuwig in deze sarcofaag rustten. Met op pagina 119: Roman Rossmeisl! Een ver familielid? Dat vermoeden werd ’s avonds bevestigd toen Roger op internet las dat het Boheemse Eger regiment nr. 6 in deze omgeving in 1917 en 1918 gelegerd was. Een bijzondere ontdekking aangezien er weinig tot niets aan archiefmateriaal bespaard is gebleven aan Oostenrijks-Hongaarse kant. De militaire archieven werden in de jaren zeventig van de vorige eeuw vernietigd als onderdeel van het Verdrag van Saint-Germain van 1919. Oostenrijk-Hongarije werd ontmanteld en Triënt viel toe aan Italië.
Het veel grotere ossuarium voor de Italiaanse slachtoffers van de Grande Guerra bood toegang tot een marmeren entreehal met een altaar. In de kelder hingen 3.202 slachtoffers vernoemd met naamplaatjes aan de muur. In het midden van de zaal stond een groot beeld van Maria die een gestorven soldaat in haar armen nam. Even verderop was te zien dat de eerste wereldoorlog weer aan de oppervlakte komt als gevolg van de klimaatverandering. De fototentoonstelling La Guerra Bianca in het Palazzo delle Albere, naast de begraafplaats, bevatte diverse panelen met prachtige foto’s van het Tiroler front dat langzaam onder de smeltende gletsjers tevoorschijn komt. Dat dat niet beperkt bleef tot kanonnen en bunkers, bleek uit een gesprekje met een aardige portier. Twee dagen eerder nog was het lijk gevonden van een Italiaanse soldaat gevonden in de nabije Adamello gletsjer. Het stond vandaag in de lokale krant.
Rogers WO I-marathon werd afgesloten met een pittige klim naar het Museo Nazionale Storico delle Truppe Alpini. De weg liep door een donkere tunnel waar de kapel voor de Alpinisti zich in een bocht bevond. Het museumpje van de Alpinisten werd onderhouden door het Italiaanse leger en was dan ook geheel gewijd aan de Italiaanse Alpinisti die hier in de beide wereldoorlogen hadden gevochten. Het enige Oostenrijkse element was te lezen in het gastenboek: 'ter nagedachtenis aan Roman Rossmeisl' schreef Roger in het hol van de leeuw. Meer kon hij er ook niet meer aan doen...
-
25 Oktober 2016 - 08:47
Ed Hoffman:
Een ver familielid? Hoe ver??
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley