Lippizaners en het Wenen aan zee
Blijf op de hoogte en volg Roger en Ivich
14 Juli 2012 | Slovenië, Lokev
Na een ritje van drie kwartier kwamen we aan in Lokev, drie kilometer van Lipica en 15 kilometer van Triëst. We laadden onze koffers uit bij een mooie boerenhoeve met binnenplaats, midden in het centrum van het dorpje. Vervolgens door naar de Italiaanse grens, dat niet meer bleek te zijn dan een leeg, vervallen grenskantoor. Vanuit de hoogvlakte van het Kras gebied daalden we af naar Triëst. Pal aan de golf van Triëst vonden we het Miramare kasteel waar ooit Maximiliaan van Oostenrijk, broer van keizer Franz-Josef, en zijn vrouw Charlotte, prinses van België, woonden. Maximiliaan is de geschiedenis ingegaan als de in 1867 vermoorde keizer van Mexico, het Mexicaanse avontuur. Zijn vrouw Charlotte raakte krankzinnig. Met name de eerste verdieping van dit stukje Habsburgse geschiedenis was nog in zeer goede staat. De tweede verdieping is voor de helft ‘gerenoveerd’ (vernield) door de laatste bewoner, een Italiaanse hertog uit de jaren dertig die ons nog het meest deed denken aan kapitano Schettino van de Costa Concordia.
’s Middags maakten we een stadswandeling door het ‘Wenen aan zee’ zoals Triëst in haar Habsburgse periode werd genoemd. Dat was nog steeds voelbaar langs de brede lanen van de stad. In het statige koffiehuis San Marco waanden we ons voor even weer in Budapest of Wenen. We puften heerlijk uit in een echt volkspark waar oudjes zaten te kaarten en de kindjes konden spelen in een enorme speeltuin. Ons bezoek werd afgesloten met een pizza bij restaurant Bella Napoli, die ook pizza La Bismark op de kaart hadden (een pizza met biefstuk en gebakken ei). Op weg terug moesten we natuurlijk een ijsje nemen bij een van de vele grote gelateria. De tocht naar huis was nog niet zo makkelijk aangezien de hele stad Triëst bestond uit eenrichtingsverkeer. De lokale weg naar het Sloveense Lokev vonden we pas na lang rijden terug.
Zondag 15 juli 2012
Achter onze boerenhoeve stond een toren uit 1487, gebouwd ter verdediging tegen de Turken, van wie er blijkbaar nog eentje achter was gebleven. Een Sloveen in Ottomaanse klederdracht lummelde wat rond bij de entree van het militair museum, dat zich tot verrassing van Roger in deze toren bevond. Na het ontbijt brachten we er een curieus bezoekje. Nog voordat we binnen waren kregen we een mitrailleurvuur aan feitenkennis op ons afgevuurd van de eigenaar van dit privé museum. Roger werd in het voorraadhok mee genomen en kreeg daar achtereenvolgens twee originele kalashnikovs en een stengun in de handen gedrukt (‘op de kop getikt in Servië’). Alsof we in een programma van Alberto Stegeman waren beland. Veel verder dan de entree kwamen we niet, want we moesten er na een half uur vandoor voor een heel ander onderdeel.
Roger had net op tijd zijn boek uit gekregen, ‘Dier, bovendier’ van Frank Westerman. Echt een fantastisch verhaal, dat de lezer niet alleen meeneemt in de wereld van de Lippizaner stoeterijen, maar hem ook voortdurend confronteert met de gebeurtenissen in de twintigste eeuw. Alle reden dus om dit superras, de kroonjuwelen van Slovenië, met eigen ogen te gaan zien in Lipica, vijf kilometer van onze hoeve. Roger, met het boek in de hand, werd bij de ingang belaagd door de medewerkers van de stoeterij om titel, auteur en website te noteren. Daarna werden we rondgeleid door de stallen van Conversano, Thai, Bonavista en andere Lippizaner hengsten. De witte merries liepen ondertussen met hun donkere veulens door de uitgestrekte weilanden van het complex (alle Lippizaners worden donker geboren en 95 procent wordt daarna wit). Na een bezoek aan het Lippizaner museum bezochten we de Lippizaner show in een afgeladen arena. Zittend tussen een groep toeristen uit Colorado, USA zagen we de beroemde paarden paraderen op Weense walsmuziek. Zelfs de kindjes bleven een uur lang geboeid kijken naar deze champions league van de paardenwereld.
Terug in Lokev bezocht Roger het militaire museum, terwijl Ivich van de zon genoot op de boerenhoeve. Juist toen Roger een Oostenrijks-Hongaarse granaat uit WO I (in perfecte staat) wilde kopen, was de eigenaar zijn onuitputtelijke feitenkennis aan het ventileren aan drie bezoekers, een Zuid-Afrikaans echtpaar en een Sloveense dame. Op de begane grond stonden honderden WO I objecten bijeen gepakt in een Oostenrijks-Hongaarse en een Italiaanse scene. Ook de kalashnikovs en de stenguns werden weer uit het voorraadhok tevoorschijn gehaald. De tweede verdieping bevatte ontelbaar veel unieke items van WO II en de Joegoslavische partizanenstrijd en de derde verdieping had betrekking op de hele geschiedenis van Joegoslavië. Tijdens de uitgebreide rondgang bleek dat Roger zich in zeer bijzonder gezelschap bevond. De eigenaar van het museum, Srečko Rože, bleek oud-kapitein te zijn geweest in het Joegoslavische en (daarna) Sloveense leger. De Zuid-Afrikaan was ten tijde van de apartheid expert geweest in het ontleden van explosieven voor het Zuid-Afrikaanse leger. En de Sloveense dame was niemand minder dan, Ljubica Jelušič, twee jaar geleden nog minister van defensie van Slovenië! Zij fungeerde als tolk voor de beperkt engels sprekende Srečko en vertelde Roger ondertussen alles over de ontwikkelingen die in 1991 hadden geleid tot de Sloveense onafhankelijkheid. Een onverwacht middagje geschiedenisles in een absurd compleet museum van duizenden objecten en even zoveel verhalen! Oh ja, het Zuid-Afrikaanse echtpaar bleek ook nog een bekende Nederlandse achternaam te hebben: Heineken!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley